De making of

Blog Single

In 2,5 jaar verschenen er van mij vier boeken in verschillende genres. Het is de laatste dag van de Boekenweek 2021. Tijd voor de making of!

Boekenweek 2021: The making of!


The making of ‘Sluipwesp’
Halverwege de schrijfcursus bij de redacteur van uitgeverij Contact moest er een synopsis geschreven worden over de roman waaraan je werkte of die je in gedachten had. De medecursisten gingen aan de slag en ik… Ik had geen idee. Als een malle zette ik mijn hersenen aan het werk om een onderwerp te verzinnen. Net als een ezel laten hersenen zich niet dwingen tot bewegen als je hard duwt.
Mijn brein ontwaakte een paar dagen later toen ik een medewerkers van de OK die ik naar ander werk moest begeleiden hoorde zeggen: ‘Ik wil graag mortuariummedewerkster worden.’
Ik wist niet dat dit beroep bestond en vroeg nieuwsgierig door. Zwaar onder de indruk luisterde ik naar haar passievolle relaas om iemand die overleden is te eren door hem of haar voor de laatste keer mooi te maken. Terplekke werd hoofdpersoon Maud van mijn thriller ‘Sluipwesp’ geboren.
De redacteur juichte: ‘Dit is goud!’
In mijn hoofd vulde een geniepig stemmetje zijn mooie woorden aan: ‘Jammer dat een onervaren typ als Annerieke over dit briljante idee gaat schrijven.’ Ik besloot alleen het woord ‘goud’ te behouden en alle andere over boord te gooien en ging aan de slag.
Toen de cursus was afgelopen en iedereen enthousiast schreef aan zijn of haar boek, vormden vijf schrijvers en ik een schrijfgroepje. Natuurlijk bleken achter de knappe koppen, waarbij ik me in eerste instantie niet thuis voelde, leuke mensen te zitten! Iedere zes weken kwamen we bij elkaar. Het bracht ons veel (op dit moment zien we elkaar nog steeds en staat de teller van het aantal boeken dat uitgegeven is door onze schrijfgroep op acht!)
Werkelijk alles wat ik in het schrijfproces fout kon doen, heb ik fout gedaan. Mijn topsportverleden bracht regelmatig uitkomst. Ik beheerste zaken als discipline, meters maken, van anderen leren, omgaan met teleurstellingen en vooral doorzetten.

Ik hou van de uitspraken van ‘Loesje’. ‘Leven is het meervoud van lef’, vind ik prachtig. Ik toonde lef door mijn manuscript ‘Sluipwesp’ naar uitgeverijen te sturen. De reacties waren teleurstellend, al was het wonderlijk met hoeveel woorden, aanwijzingen en tips de afwijzingen gepaard gingen. Om kort te gaan, het idee bleef goud, maar het was (nog) niet goed geschreven.
Jaren verstreken. Onze schrijfvriendengroep bleef, het worstelen met het schrijven ook. De ontmoetingen gaven me iedere keer weer de inspiratie om door te gaan.
De ene versie van ‘Sluipwesp’ volgde de andere op. Na de vierde afwijzing besloot ik mijn oom, Willem Capteyn, op te zoeken. Willem is het jongste broertje van mijn veel te vroeg overleden vader en eigenlijk kende ik hem alleen als scenarioschrijver van de prachtige televisieseries ‘Zwarte sneeuw’ en ‘De negen dagen van de gier’. We hadden een fantastische avond. Voor het eerst hoorde ik veel over hem én over mijn vader. Ik hing aan zijn lippen.
Aan het einde van de avond haalde Willem mijn manuscript tevoorschijn. Hij had het gelezen en gaf ongezouten commentaar. De belangrijkste les was dat ik het manuscript niet actueel genoeg had geschreven. De pijn van het hoofdpersonage was bijvoorbeeld van jaren terug en daardoor vond Willem haar een zeurende vrouw (ik geloof dat hij zelfs het woord ‘zeikerig’ gebruikte). Ik wilde zijn mening? Ik kreeg het die avond! Met het manuscript vol aantekeningen onder de arm verliet ik zijn herenhuis is Amsterdam.
De volgende dag begon ik aan de achtste versie. Het kind van hoofdpersoon Maud maakte ik veertien jaar jonger en plotseling voelde ik de wanhoop van Maud en zag ik het vierjarige jongetje voor me. Willem had gelijk.
In 2018 bracht uitgeverij De Crime Compagnie mijn debuut, thriller ‘Sluipwesp’ uit.
‘Sluipwesp’ is te bestellen bij www.boekenart.nl


The making of ‘Een voltooid leven, roman over een doorleefd afscheid’
In 20015 werd mijn moeder ziek. Ernstig, zeer ernstig. Ze zou niet lang meer leven. Spreken over euthanasie was in onze familie vrij normaal. Mijn opa had zijn moeder vol angst zien sterven en was een van de eerste die zich aanmelden bij de Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. In tegenstelling tot wat mijn moeder altijd over haar euthanasiewens zei, wilde ze, nu haar einde naderde, niet over de manier van sterven praten. Ik snapte dat niet goed. Mijn moeder had veel pijn en haar conditie en kracht gingen schrikbarend hard achteruit. Ik hield zoveel van haar dat ik haar liever niet zag lijden.
Mijn zusjes en ik werden mantelzorgers. Iedere dag kwam een van ons mijn moeder verzorgen.
Drie maanden voor haar dood gebeurde er iets dat we nooit meer zullen vergeten. Mijn zus was bij mijn moeder en van het ene op het andere moment veranderde van mijn moeder van een lieve vrouw in een afgrijselijke heks. Ze wilde niets meer van mijn zus weten, schreeuwde en dacht dat haar oudste dochter haar wilde vergiftigen. De huisarts constateerde een delier, een verwardheid die gepaard kan gaan met hallucinaties en wanen. Hadden we maar geweten dat 70 tot 90 % van de oudere mensen die gaan sterven een delier krijgen. We hadden haar valse gedrag kunnen duiden en het niet als een persoonlijke aanval gevoeld.
De delier bracht mijn moeder naar een hospice. Een prachtige plek waar niet alleen de stevende, maar ook de naasten, liefdevol worden ontvangen.
Nog steeds kon en wilde mijn moeder niet over haar einde praten. Wel kwamen nare herinneringen terug. Zaken die mijn moeder in haar leven nooit een plek had gegeven, kwamen als een vulkaan die uitbarst naar buiten. We hebben veel met haar gesproken en stukje bij beetje kwam er rust. Het was een zware tijd, waar ik dankbaar op terug kijk. Mijn moeder is door haar keuze om doorleefd te sterven met zichzelf in het reine heengegaan.
In de elf maanden dat mijn moeder ziek was en uiteindelijk overleed, werkte ik op de OK in een ziekenhuis in Amsterdam. Iedere ochtend vertelde ik aan mijn directe collega’s hoe het met mijn moeder ging. Alle emoties passeerden in die kwartiertjes. Ook hilarische, mijn moeder kon nogal grappig uit de hoek komen. Een collega die wist dat ik schreef, raadde mij aan om de gebeurtenissen kernachtig op te schrijven. Misschien had ik er later nog iets aan, zo zei hij.
Toen mijn moeder overleden was heb ik de twee A-4tjes met aantekeningen gebruikt en ben ik gaan schrijven. Mooi is dat ik tijdens een schrijfcursus in de plaatselijke bibliotheek de opdracht kreeg een stukje te schrijven vanuit mijn moeder. Ik was verrast! Dit was de vorm die ik moest gebruiken. Door in het hoofd van mijn moeder te kruipen, krijgt de lezer iets unieks: de beleving van een doodzieke vrouw die sterft.
Ik liet stukken van mijn manuscript aan mijn schrijfvrienden lezen. Eén van hen zei: ‘Prachtig, maar ik wil af en toe ook even ademhalen.’ Deze woorden maakten dat ik een fictief tegenverhaal over de kleindochter van de stervende vrouw heb geschreven. De roman heeft er een diepere laag door gekregen.
Mensen aarzelen om dit boek te lezen, maar wie het leest is onder de indruk.
‘Een voltooid leven, Roman over een doorleefd afscheid’ is in 2019 door Futuro Uitgevers uitgebracht.
Ik geef lezingen over dit boek. Zoals gezegd komt een delier komt heel veel voor bij mensen die sterven. Het is meer ‘dan een beetje in de war’, dat hebben mijn zussen en ik helaas ervaren. Ik wil de delier onder de aandacht brengen opdat anderen voorbereid zijn op het veranderingen in het gedrag van hun geliefde. Ook het doorleefde afscheid, wat ik in eerste instantie zo moeilijk vond, geef ik aandacht in de lezing. In onze maakbare wereld moet ‘gewoon’ sterven naast euthanasie blijven bestaan. De laatste maanden van het leven van mijn moeder hebben haar veel gegeven.
Een voltooid leven is te bestellen bij: www.boekenart.nl

The making of ‘Ondersteboven’
Soms gaat het leven anders dan je denkt. Als je totaal onverwacht op een kruispunt in je leven komt, is er een mogelijkheid om het roer om te gooien. Om te varen naar een onbekende toekomst, om te doen wat je het allerliefste doet. In mijn geval: schrijven, spreken en schilderen.
Op het moment dat ik de afslag nam en 38 jaar zorg de rug toe keerde, gebeurde er iets bijzonders. Ik werd door een vriendin in contact gebracht met Astrid van Vugt, de founder van de Rogier Hulst Foundation. Astrid heeft in 2012 haar zoon Rogier verloren door zelfdoding. Zij wilde de Foundation meer aandacht geven met een boek over de periode die volgde op de dood van haar zoon tot het oprichten van de foundation.
Ik hoefde er niet lang over na te denken. Ik voelde dat ik haar verhaal kon schrijven. In overleg is ‘Ondersteboven’ een roman over rouw geworden. ‘Er zijn voldoende zelfhulpboeken over rouw,’ zei Astrid. ‘Iedereen mag mijn verhaal lezen. Het helpt mensen in rouw door herkenbare elementen en het helpt omstanders te zien hoe diep rouw raakt.’
We kozen bewust voor een op waarheid beruste roman. De reden hiervan is dat iedereen die Rogier heeft gekend een eigen beleving heeft. Elk verhaal is waar, er is geen één waarheid.
Astrid gaf me foto’s, stukjes tekst die ze zelf schreef, een zaterdag aan de eettafel en een filmpje dat neven van Rogier als eerbetoon aan hem maakte. Ik proefde de sfeer in haar huis waar ook Rogier tijdelijk woonde toen het niet goed met hem ging. Ik zag de kunst die Rogier maakte, de stoel in de vorm van een half ei, waar hij graag in zat met zijn eigen gedachten. Het verhaal in mijn hoofd groeide.
De basis van het verhaal van Astrid bevatte op de juiste momenten spanningsbogen, ontdekte ik. De vier rouwtaken van William Worden sloten tot mijn vreugde naadloos aan. Met dat raamwerk kon ik schrijven. In de zoektocht van Astrid om met het verlies te kunnen leven, komt natuurlijk ook het karakter van de hoofdpersoon naar boven. Ik heb er mijn eigen draai aan mogen geven, waardoor een diepere laag ontstond. Om Davey (Rogier) te kunnen vatten kwam mijn eigen hoogsensitiviteit van pas. Regelmatig zette ik YouTube aan om de clip waarin Rogier voorkomt, te zien (deze clip is te zien bij het boek ‘Ondersteboven’ in mijn webwinkel www.boekenart.nl) Iedere keer weer vulde mijn ogen met dikke tranen om het jonge mens dat er nu niet meer is.
Astrid is blij met ‘Ondersteboven’. Haar eerste reactie was: ‘Gelukkig, er zit humor in!’
Toen kwam de keuze op welke manier ik dit boek wilde uitgeven. Voor mij was het duidelijk dat ik de Rogier Hulst Foundation wilde steunen. Astrid doet zoveel goede dingen voor lotgenoten en kwetsbare jongeren! De boekenwereld had ik door ‘Sluipwesp’ en ‘Een voltooid leven’ redelijk leren kennen. Een ding is schrijnend: een auteur krijgt bar weinig van zijn of haar verkochte boek. Ik verdiepte me in het zelf uitgeven en kwam via schrijver Frank Krake bij het BoekenGilde terecht.
Ik heb van het proces om zelf uit te geven genoten. Zo kon ik zonder overleg de cover, een kunstwerk van Rogier, kiezen. Zonder overleg heb ik QR-codes in de roman gestopt waarmee prachtige filmpjes te zien zijn. Het allerfijnst van zelf uitgeven is dat ik voor ieder gekocht boek 10% van de verkoopwaarde aan de Rogier Hulst Foundation schenk.
Alleen daarom is het al de moeite waard om dit boek aan te schaffen!
‘Ondersteboven’ is te bestellen bij: www.boekenart.nl

The making of ‘WoestHaar en Riek’
Vraag een willekeurige anesthesiemedewerker of operatieassistent eens hoeveel leidinggevenden hij of zij tot nu toe heeft gehad. Ik gok dat het aantal meer is dan je op een hand kunt tellen. Misschien zelfs wel meer dan op twee handen te tellen is.
Hoe komt het toch, dat menig jong mens die de uitdaging om leidinggevende te worden aangaat, in korte tijd weer afhaakt?
Ik had geluk. Ik startte mijn leidinggevende carrière in een piepklein (dus overzichtelijk) ziekenhuis met een collega teamleider anesthesie die net zo groen was als ik. Samen doken we in de wondere wereld van het management en verbaasden ons over wat er allemaal op ons afkwam. Deze collega WoestHaar was mijn redding. Door de manier waarop hij in het leven staat, heb ik leren relativeren. Door onze humor hebben we veel, en vaak heel hard, om onze stommiteiten kunnen lachen.
Een collega leidinggevende zei mij eens: ‘Op de OK werk je op een paar vierkante meter samen, met het bloed in je klompen en de kanker in je handen. Dat doet iets met een mens.’ Het is mooi verwoord. Als je daarbij bedenkt dat de stampvoetende chirurg net uit een slechtnieuwsgesprek komt waarin hij een jonge moeder moest vertellen dat haar einde nadert, dan…
Stop!
WoestHaar zou nu ingrijpen. ‘De dramatiek van Riek’. Ik hoor het hem zeggen.
In de afgelopen jaren heb ik blogs geschreven over WoestHaar en mijzelf. Deze stukjes tekst waren populair bij insiders van het ziekenhuis, maar ook heel veel outsiders vonden de inkijk op de OK leuk om te lezen. Ik besloot de blogs aan te vullen tot een verhaal waarin WoestHaar en Riek samen het pad van de (on)bekwaamheid lopen. Ik heb de blogs gerangschikt en ze in de vier seizoenen geplaatst zodat onze weg het jaar rond maakt.
‘WoestHaar en Riek’ is het boek waarmee ik mijn leidinggevende carrière op de OK afsluit. Mijn zwanenzang zeg maar.
Volgens WoestHaar het enige boek dat je moet lezen als je leiding gaat geven. Aan de reacties te zien heeft hij gelijk. Mensen (ook buiten de zorg) zeggen: ‘Had ik dit boek maar gelezen toen ik als leidinggevende startte.’
Een medewerker op de OK dit het boek al gelezen heeft, schreef dat ze ervan heeft genoten én dat zij de teamleider in een ander licht ziet.
En de arts op de achterflap zegt: ‘Op humoristische wijze weet Riek voor outsiders de deur van het anders moeilijk toegankelijke OK-complex te open. Voor insiders daarentegen schetst ze een feest der herkenning van deze subcultuur binnen de zorg.’
Als laatst een lezer die zegt: ‘Wat een heerlijk boek. Heel hard gelachen! Maar ook een mooi verhaal met terugkerende elementen.’
Doe er je voordeel mee.
Groet! Annerieke
‘WoestHaar en Riek’ is te bestellen bij: www.boekenart.nl